Historie
Beleef het verleden in Abdij Rolduc

De geschiedenis van Abdij Rolduc door de eeuwen heen.

 

Hoe het begon

In 1104 verscheen in het Land van Rode de jonge priester, Ailbertus van Antoing met zijn twee broers. Zij wilden een ascetisch leven in volstrekte armoede leiden. Van Graaf Adelbert van Saffenberg uit Mayschoß aan de Ahr en eigenaar van de burcht van ’s-Hertogenrode (het huidige Herzogenrath), kregen zij grond waarop ze een eenvoudig onderkomen en een houten kapelletje bouwden. In daarop volgende 900 jaar groeide dit uit tot het grootste abdijcomplex van de Benelux en tot een van de UNESCO- top 100 monumenten van ons land.

 

Vroege geschiedenis

De rijke Embrico van Mayschoß sloot zich met zijn gezin aan bij Ailbertus en schonk al zijn bezittingen aan de kleine gemeenschap. In 1106 begonnen ze met de bouw van de crypte en legden de fundamenten voor de toekomstige kloosterkerk. Op 13 december 1108 werd de crypte ingewijd. Na onenigheid met Embrico heeft Ailbertus in 1111 Rode verlaten. Hij overleed in Sechtem bij Bonn in 1122. In 1895 werd het aan Ailbertus toegeschreven gebeente naar Rolduc overgebracht en in de door hem en Embrico gebouwde crypte bijgezet.

 

Hertogdom Limburg

De eerste abt van de kloostergemeenschap werd Richer uit Rottenbuch in Beieren. De gemeenschap werd een klooster van Augustijner koorheren, aanvankelijk levend volgens zeer strenge regels. Centraal stonden gemeenschapsleven, koorgebed, afzien van privébezit, streng vasten en handenarbeid verrichten. De abdij werd Kloosterrade genoemd. Vanaf de 18e eeuw werd de Franse vertaling van ’s-Hertogenrade – Rode-le-Duc – verkort tot Rolduc.

In 1136 viel de voogdij over de abdij toe aan de hertogen van Limburg en werd Kloosterrade hun familieklooster. Meerdere hertogen zijn in Rolduc begraven, van wie Walram III de bekendste is. Zijn graf bevindt zich in het middenpad van de abdijkerk.

 

Eerste bloeiperiode

Halverwege de 12e eeuw begon voor de abdij een bloeitijd. Rond 1250 beschikte de Abdij over meer dan 3000 hectare grond en het aantal kloosterlingen groeide gestaag. De bibliotheek ontwikkelde zich tot een van de belangrijkste van haar tijd en diverse parochies in het huidige Nederland, Duitsland en België werden vanuit de Abdij van zielzorgers voorzien.

Vanuit Kloosterrade werden ook enkele nieuwe kloosters gesticht: Marienthal in het Ahrdal, Sinnich bij Teuven, Hooidonk bij Eindhoven en Scharn bij Maastricht. In Friesland was een vijftal kloosters onder het gezag van de Abt van Kloosterrade geplaatst, waarvan de Abdij van Ludingakerke de belangrijkste was.

Tweede bloeiperiode

In de 14e, 15e en 16e eeuw maakte de abdij een lange periode van verval op zowel geestelijk en materieel gebied door. De gebouwen hadden zwaar te lijden in de 80-jarige Oorlog. Pas rond 1677 lukten het de abten Van der Steghe en Bock weer een strengere kloosterregel in te voeren, ondanks verzet van de meeste kloosterlingen. Ook in materieel opzicht begon een nieuwe bloeitijd, voornamelijk door de inkomsten uit de exploitatie van de kolenmijnen. Kloosterrade had ruim 400 mijnwerkers in dienst. In 1796 werd de abdij door de Fransen opgeheven en verlieten de koorheren Rolduc.

 

Internaat en seminarie

De gebouwen stonden daarna 35 jaar leeg. In 1831 werd de priester- opleiding van het Bisdom Luik te Rolduc gevestigd. Na de Belgische afscheiding vertrok dit naar St. Truiden en werd Rolduc eigendom van de apostolisch-vicaris, later bisschop, van Roermond. Rolduc werd een internaat met Gymnasium, HBS, theologie en filosofie voor jongens uit de min of meer gegoede Nederlandse bourgeoisie gevestigd. Diverse bekende politici, wetenschappers en schrijvers uit die tijd genoten in Rolduc hun opleiding. Van 1946 tot 1967 was het weer uitsluitend een kleinseminarie voor het bisdom Roermond. Het internaat werd in 1970 gesloten. De middelbare school bleef tot medio 2011 in Rolduc gevestigd.

 

Multifunctioneel gebruik

In de jaren zeventig van de 20e eeuw is het complex grondig gerestaureerd. Sindsdien wordt Abdij Rolduc multifunctioneel gebruikt en herbergt het 900 jaar oude complex:

  • Een hotel, restaurant & conferentieoord
  • Particuliere woningen
  • Kantoor- en praktijkruimtes
  • Diverse onderwijsinstellingen

 

Behoud en toekomst

Rolduc behoort tot de belangrijkste religieuze monumenten in Limburg en staat op de lijst van 100 belangrijkste monumenten in Nederland. Het Bisschoppelijk Centrum rekent het tot zijn voornaamste taak om zorg te dragen voor behoud en onderhoud van het monumentale complex, ten behoeve van de gebruikers en de gemeenschap in het algemeen.

 

Cultureel erfgoed

Voor het behoud van het cultureel en geestelijk erfgoed van Rolduc worden nauwe contacten onderhouden met diverse stichtingen en organisaties, waaronder de stichting Lève Rolduc. Hierin zijn vooral oud-studenten van Rolduc verenigd. In 1992 ontving Rolduc het Europa Nostra Award, een prijs die wordt toegekend aan restauraties die bijdragen aan het behoud van het Europees cultureel erfgoed.